Haagbeuk

De Haagbeuk (Carpinus Betulus) is, in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, verwant aan de Berk. Het is dan ook een andere plant dan de Beukhaag. De haagbeuk is een makkelijke plant die goed aanslaat na het planten en groeit goed op vrijwel elke grondsoort.

De plant is bladverliezend in de winter maar bloeit wat vroeger in het voorjaar. Het blad is herkenbaar aan de diepe nerven en de gekartelde rand.

Planten

De haagbeuk kan het gehele jaar door geplant worden. In de winter is de plant verkrijgbaar als wortelgoed. In de zomer is de plant ook in potten verkrijgbaar. Plaats de haagbeuken in een geul van 30 a 40 centimeter diep. Vul de geul aan met speciale tuinaarde en de uitgegraven grond. Zorg ervoor dat de plantjes net zo diep ingegraven staan als op de kwekerij het geval was. U kunt dit zien aan de stam. Druk daarna de grond stevig aan.

Verzorging en snoeien

Een haagbeuk hoeft maar een keer per jaar gesnoeid te worden. Snoei de haagbeuk voor de langste dag (21 juni). U kunt de haag eventueel een tweede keer snoeien in juli/augustus. Zorg ervoor dat u alleen snoeit bij bewolkt weer om verbranding te voorkomen.  Na september dient u niet meer te snoeien in verband met mogelijke nachtvorst.

Na het snoeien kunt u de haag bemesten.  Een keer per jaar mest geven is voldoende. Aan de meststof is een speciale schimmel toegevoegd die het groeien bevordert. Het laten liggen van het blad onder de haag helpt hierbij.